Utrecht - Hogelanden O.Z. 3 e.o. - Chemische fabriek Wed. P. Smits en Zoon0000.0011

 

 Literatuur

 

- Hulzen, A. van, Utrecht op oude foto's, deel 2. Van de Weerd naar Tolsteeg. Den Haag, 1978cop. [248 blz. ISBN 90.233.0392.X]. Hierin "De Benenkluif": blz. 22-23 (Blijkens de foto lag de fabriek aan de weg langs de Vecht, direct na de Pellecussenbrug. Dit deel van de Lauwerecht heette tot 22-06-1973 Hogelanden O.Z. Bijnaam van de veel overlast gevende fabriek: de Benenkluif. Beenzwart werd gebruikt voor het zuiveren en ontkleuren van suikerproducten. De fabriek was in 1827 opgericht door A.W. de Visser, sinds 1838 in handen van de familie Smits, sinds 1853 'chemische fabriek Weduwe P. Smits en Zoon')

- Kreule, Jeroen, "Trots op stinkfabriek de Benenkluif". In: Algemeen Dagblad - Utrechts Nieuwsblad, 30-10-2014, bijlage 'Utrecht', in de rubriek 'Stadsleven', blz. 16 (interview met de 94-jarige oud-werknemer Pieter den Boer. "'De fabriek was aan de Hogelanden OZ 3 en 4, wij woonden op nummer 7. Dat huis telde maar liefst elf kamers en hoorde bij het fabrieksterrein'. [...] Chemische fabriek Wed. P. Smits & Zoon, zo luidde de officiële naam van de Benenkluif. De fabriek werd in 1827 opgericht door A.W. Visser". Deze plek was gekozen omdat de Vecht een goede verbinding gaf met Amsterdam. Van botten ('géén kadavers!') werd beenzwart gemaakt, dat gebruikt werd bij de raffinage van suiker. Na de dood van de oprichter nam zijn vrouw het bedrijf over. In het midden van de 19e eeuw werd de familie Müller eigenaar. Door hooibroei brandde de fabriek in 1849 helemaal af. Het hooi was nodig voor de 32 paarden, die de machines lieten draaien. Midden jaren zestig wordt de productie verplaatst naar Vuren. Het UN schrijft in oktober 1964: "'Dit betekende geleidelijk aan een opruimen van de voorraad in de oude fabriek.' De gemeente Utrecht heeft de fabriek voor ruim vier miljoen gulden gekocht. In 1965 gaat de schoorsteen tegen de vlakte en komt er na bijna 140 jaar een einde aan de Chemische fabriek Wed. P. Smits & Zoon aan de Hogelanden. De meeste werknemers zijn niet meeverhuisd naar Vuren")